“Een boom van een kerel,” zei André, vaste bezoeker van de Opûh Koffie, over Ton, “Je zou niet verwachten dat die zomaar geveld wordt.” Een stevige man, armen in de zij, die er stond voor zijn klanten. Binnen in zijn Café van Beek, maar ook als je langs zijn terras liep. Dan was hij er regelmatig om een praatje mee aan te knopen.
Zijn altijd enthousiaste verschijning kwam je bij binnenkomst direct tegemoet met de retorische vraag: “Een lekker kopje koffie?” waarop hij al omkeerde om het klaar te maken. Nog vóór je zat, stond het kleine dienblaadje met het nog bekendere likeurtje en een Javaantje op tafel.
De vaste bezoekers van de Opûh Koffie konden niet om Ton heen. Hij zag het wekelijkse bezoek van ons stelletje ongeregeld ook altijd graag komen. Altijd was hij in voor een pittig gesprek over een Haagse actualiteit…
View original post 164 more words